Waarom is een pomp soms nodig bij wondzorg?

Om een wond sneller te laten genezen kan een arts vacuümtherapie voorstellen. Bij deze vorm van wondzorg wordt een VAC-pomp ingezet. De behandeling met de pomp zorgt voor afvoer van wondvocht en een betere doorbloeding van de wond. De wond geneest hierdoor sneller en beter.

Wat is vacuümtherapie?
Vacuümtherapie, VAC-therapie (Vacuum Assisted Closure) of negatieve druktherapie is een behandeling die artsen kunnen inzetten bij open wonden. Denk hierbij aan uiteenlopende soorten wonden, zoals acute wonden, chronische wonden en brandwonden.

Bij vacuümtherapie sluit een verpleegkundige een pomp aan op de wond. Deze VAC-pomp zuigt voorzichtig aan de wond waardoor een vacuüm ontstaat. Dit maakt de wond minder diep en verbetert de doorbloeding, wat de genezing van de wond versnelt. Het wondvocht wordt afgevoerd naar een opvangbakje in de pomp. Bacteriën hebben hierdoor geen tijd om zich in de wond te nestelen. Dit maakt de kans op infecties kleiner.

Waarom is vacuümtherapie soms nodig?
In sommige gevallen geneest een wond niet uit zichzelf. Of het helingsproces gaat niet snel genoeg waardoor er complicaties kunnen ontstaan. Door het vacuüm trekken van de wond komt de wondbodem omhoog, wat de wond kleiner maakt. Vacuümtherapie wordt dan ook meestal ingezet bij diepe wonden, chronische wonden, een wond die moeilijk geneest, ter voorbereiding op een huidtransplantatie of na een huidtransplantatie, ter bevordering van ingroei.

Hoe werkt vacuümtherapie?
Heeft jouw behandelaar vacuümtherapie voorgeschreven dan ga je naar het ziekenhuis. Daar wordt de wond schoongemaakt en met schuimverband of gaas gevuld. De verpleegkundige plakt de wond vervolgens af met een luchtdicht folie. In het folie komt een kleine opening waarop de slang van de pomp wordt aangebracht. Als alles is aangesloten zet de verpleegkundige de pomp aan. Vanaf dat moment voert de slang het wondvocht af. Bij weinig wondvocht is er soms geen afvoer te zien, toch draagt de VAC-pomp dan ook bij aan het sneller genezen van de wond.

De VAC-pomp, vanaf nu wondpomp genoemd, staat gedurende de behandeling altijd aan en mag niet uitgezet worden. Dat is belangrijk, omdat het wondvocht continu moet worden afgevoerd. Twee keer per week vervangt de verpleegkundige thuis het schuimverband of het gaas. Hoe vaak het verband wordt vervangen en hoelang de vacuümtherapie nodig is, bepaalt de behandelaar.

Doet vacuümtherapie pijn?
Op het moment dat de wondpomp wordt aangezet kan de plek van de wond gevoelig zijn. Vaak houdt dit gevoel niet langer aan dan een kwartier. Houdt het vervelende gevoel bij de aanzuiging langer aan, dan geef je dit bij de verpleegkundige aan.

Kan ik overal heen met de wondpomp?
In een bijgeleverd schoudertasje kun je de wondpomp overal mee naartoe nemen. De wondpomp heeft een accu die een aantal uur zonder stroom werkt. Dreigt de accu leeg te raken dan geeft de pomp een signaal af. Dankzij de lange slang die aan de wondpomp zit, kun je onder de douche. Zet de pomp zo ver mogelijk uit de buurt van het water om deze zo droog mogelijk te houden. Indien nodig scherm je het apparaat af met behulp van een afdekdoek of zeil.

Wat merk ik van de wondpomp?
De wondpomp maakt af en toe een brommend geluid. Dankzij de lengte van de slang kun je de wondpomp bij het slapen gaan op afstand zetten. De pomp alarmeert je als het opvangbakje vol is. De verpleegkundige vervangt het bakje. In overleg met de verpleegkundige kan je dit eventueel zelf doen. Is er een storing, neem dan zo snel mogelijk contact op met de verpleegkundige. De wondpomp mag namelijk niet langer dan twee uur uitstaan, in verband met bacteriegroei in de wond.